Theo Hermans imker.
Bijenwas.

Productbeschrijving en 
Eigenschappen van bijenwas.
 
  
Honingbijen halen nectar uit bloemen. 
In de kast of korf wordt deze verder bewerkt en in de cellen van de raat gedaan, 
waar deze verder rijpt tot honing en dan voorzien wordt van een waszegel.
De raat is gemaakt van bijenwas.  
 
Was is een klierproduct van de werkbij. De flinters worden met de poten uitgetrokken,geknauwd en
vermengd met speeksel. De verse wasschubben zijn wit doorschijnend, ze worden geelachtig door toevoeging
van hars/balsemachtige stoffen uit stuifmeel of andere plantaardige stoffen in of uit de bijenkast.
  
De was druipt namelijk als een gordijntje uit de spleetvormige klieropening en wordt hard aan de lucht.
De bijen nemen deze flinters in hun pootjes en kauwen die tot de juiste vorm om er raat van te bouwen.
 
De smelttemperatuur van witte verse bijenwas is 60-65oC. 
Oude was en in de zon gebleekte was iets hoger. Omdat zij een natuurproduct is en een mengsel van vele verschillende stoffen is dit een smelttraject, geen smeltpunt. 
Vanaf 40oC is bijenwas zacht en kneedbaar. Bij 15°C is de was bros, bij 38°C wordt ze weer soepel (rollen) en blijft taai. 
Het smelten van bijenwas kan het best op verwarmd waterbad gebeuren om haar zacht en licht van kleur te houden. 
Bij oververhitting wordt zij bruin. Dit wordt ook wel opzettelijk toegepast voor het maken van donkerbruine figuren.
Was is een slechte warmtegeleider. Het isolatievermogen 
Wil men was gieten, dan moet men de temperatuur niet boven de 80°C laten komen.
 Was kan bij 40°C een aanzienlijk gewicht dragen. Bij 36 - 37°C is
Soortelijke massa = 0,96. 1 dm3 (I liter) is dus ca. 1 kg. 
 
Samenstelling.

Bijenwas is een vettige, stevige substantie met een vrij hoog molecuul gewicht. 
Bijenwas bestaat voornamelijk uit esters van vetzuren met vet alcoholen met lange ketens. 
Dit in tegenstelling tot vetten die hoofdzakelijk uit esters van glycerine bestaan.
Scheikundig bestaat was uit een mengsel van esters
Nieuwe raat is wit. Later wordt deze geel, en zelfs bruin als er broed in gezeten heeft.
Nieuwe raat is eetbaar, maar niet verteerbaar. 
Bij het eten van raathoning (honingraat) krijgt men echter maar een zeer kleine hoeveelheid binnen, ongeveer 3% van het honinggewicht.
Ook kan men de was tot een klompje kauwen en uitspugen. Het eten van onverteerbare vulstoffen is echter goed voor de spijs-vertering. 
Eet men honing in oudere raat, of raat die van kunstraat (vellen omgesmolten was met cel-afdruk) uitgebouwd is, dan is de palatibiliteit minder goed.
 

Keuren van was.

Proeven op zuiverheid:
- bij doorbreken is het vlak dof en fijnkorrelig,
Als er harsen zijn toegevoegd glanst de was meer. 

Kleur:
De kleur van de was moet tussen lichtgeel en geel zij.

Reuk:
De was moet een lichte honinggeur hebben , hij mag

Verontreinigingen:
Verontreinigingen kunnen bestaan uit:
• propolis
• resten van pophuidjes, 
delen van bijen etc, 
• stuifmeel,
 • andere verontreinigingen

Structuur:
• Bij het nemen van een monstertje moet het breukvlak dof en korrelig zijn.
• Fijnkorrelig breukvlak duidt op pas gegoten was, grofkorrelig breukvlak duidt op een ouder wasblok van 2 jaar en ouder.
• Bij de insnijding van het mes moet het snijvlak altijd glanzend zijn.
• Een glad breukvlak kan duiden op de aanwezigheid van propolis.
• Een kristallijnen structuur kan duiden op een vermenging met andere was.
• Bij het kneden van een klein bolletje was tussen de vingers mag de was niet kleverig aanvoelen.
 
  Gebruik van bijenwas
 
Bijenwas vindt een belangrijke toepassing in de bijenteelt zelf, namelijk als kunstraat.
Dit zijn gewalste of gegoten vellen met de afdruk van cellen erop, die door de bijen snel en zuinig (met weinig verbruik van honing) tot raat uitgebouwd worden.  
Van alle bijenproducten wordt was als zodanig waarschijnlijk het minst therapeutisch gebruikt. 
Bijenwas is meer een drager is van andere middelen of een bindmiddel dan zelf een geneesmiddel.
In de apotheek en Pharmacopaea wordt zij cera alba (witte, gebleekte was) of cera flava (gele gezuiverde was) genoemd. 
In de cosmetische industrie wordt zij gebruikt als emulgator en bindmiddel van oliën en vetten, die dan niet zo gauw smelten door de hoge smelt-energie van bijenwas.
Bijenwas wordt toegepast in lippenstift, crèmes en zalven, zetpillen en oorkaarsen. 
Ook wordt pure, warme bijenwas toegepast op spieren en gewrichten en gesmolten bijenwas voor ontharing.
In de voedingsmiddelenindustrie wordt bijenwas als glansmiddel en anti-plakmiddel in de vorm van een dun laagje over drop en zacht snoep gedaan.
Verder is was bij het balsemen van lijken al sinds mensenheugenis toegepast, evenals honing en propolis. 
Bijenwas werd vroeger veel toegepast op schepen, voor het glijdbaar maken van katrollen, 
voor het luchtdicht en waterafstotend maken van hout en naden,
 het verbeteren en boenen of politoeren van hout, 
het polijsten (met kalkpoeder) van metaal en als ingrediënt in de bereiding van verf.
Ook bij graveren met spaartechniek en gieten van vormen, de 'lost wax' of 'cire perdue' methode,
 is zij sinds eeuwen gebruikt, bijvoorbeeld bij het maken van bronzen, holle beelden.
Was kan ook in een vorm gegoten worden, bijvoorbeeld voor het maken wasbeelden en van kaarsen.
Dunne en rechte kaarsen worden gemaakt door de pit herhaaldelijk in was te dopen.
De kaarsenmakerij voor de kerk gebruikte tot midden vorige eeuw bijenwas.  
Over kaarsen maken later nog iets meer.
  
Hoe winnen we was. en hoe werkt de was smelter.
 
Om de was uit de raten te krijgen kunnen verschillende manieren gebruikt worden, het uisnijden van de was en het daarna verhitten zodat de was smelt.
Hierbij kun je de was opvangen in een waston.
Bij ons gebruiken we een stoomwassmelter, dit is een dubbelwandige ketel met onderin een water bassin.
Door verhitting van het water ontstaat waterdamp of stoom, hierdoor smelt de was en loopt uit de ramen door de smelter in de opvangton.  
Dus op het smeltmoment is de was eruit en kan niet meer verbranden of te warm worden.
Het grote voordeel van zo'n stoomwassmelter is dat ook de raten tevens worden ontsmet, 
met als bijkomend pluspunt dat we de was niet uit de ramen moeten snijden en zodoende de draden niet beschadigen.
Al met al een dure maar rendabele investering.
 

Hoe maken we wasvormen en waskaarsen.  
                                         
 
Wasvormen maken kan in allerlei figuren men kan ze kneden , gieten en ook boetseren.
De vorm insmeren met gele zeep tot deze glimt. Voorzichtig de was laten invloeien (geen luchtbellen). 
Als de was van boven gaat stollen gaat men water op de vorm lepelen. De bak wordt
gevuld tot alles onder water staat. Het geheel wordt afgedekt en heel geleidelijk afgekoeld. 
Het nu ontstane blok kan men bewerken met een mes ,beitel of guts.
 
Het maken van kaarsen kan op twee manieren, het dompelen, hierbij wordt een pit ,(dit is een lont) in de vloeibare was gedompeld en 
daarna nog net zoveel keer in de was laten zakken als de kaars dik moet zijn.
De ander manier is het gieten van kaarsen in een vorm. zie ook hierboven.
 
Onderstaand verhaal heb ik van internet gehaald, het beschrijft het proces van het gieten van kaarsen en wat daar bij komt kijken.

 

Robert doet zijn verhaal:
Bezoek ook eens de website: http://robertstuinwereld.blogspot.com/2009/02/
In de tekst heb ik het woord "of bijenwas" toegevoegd.
 
 
Het enige wat je daar wel moet kopen is een bolletje kaars lont. Deze zijn voor een paar euro te koop in diverse diktes. Wat heb je verder nodig? 
Allereerst natuurlijk kaarsvet. "of bijenwas" 
Deze verkrijg je door al je kaars stompen "of bijenwas" te bewaren in een plastic boodschappen tas. 
Je zult zien hoe snel je een aantal kilo's bij elkaar gespaard hebt. Gebruik alleen maar stompen, thee lichtjes zijn niet geschikt. A
ls je een tas vol hebt ga dan op zoek naar een paar oude pannen. Meestal heb je die nog wel ergens in een kast staan of op zolder.
 Je kunt ze natuurlijk ook kopen in een kringloop winkel voor weinig geld. Het beste is een grote pan en een kleine en grotere steelpan, het liefst met schenk tuitje. 
LET WEL: 
De steel pannetjes moeten bovenop de grote pan passen, zodat de bodem daar van als het ware een soort van deksel vormen. 
Vul nu de grote pan ¾ met water en breng dit aan de kook. Vul nu het kleine steel pannetje tot de rand met kaars stompen"of bijenwas" . 
Zet nu het gas lager zodat het water in de grote pan nog net kookt. Plaats nu het steel pannetje met de kaars stompen "of bijenwas" boven op de pan met kokend water. 
Wacht nu tot al het kaars vet "of bijenwas"geheel is gesmolten.
Je zult nu zien dat de oude lont restjes en andere verontreinigingen naar de bodem van het steel pannetje zijn gezakt. 
Schenk nu voorzichtig het gesmolten schone kaarsvet "of bijenwas" over in de grotere steel pan. 
Let wel op dat hierbij geen verontreiniging mee komt. Herhaal dit proces tot de grote steel pan geheel is gevuld met schoon kaarsvet "of bijenwas" . 
Als je meerdere kleuren kaarsvet "of bijenwas" hebt, moet je die natuurlijk wel in aparte pannetjes doen. 
Hoe ga je nu gieten? Om een eenvoudige stomp "of bijenwas" kaars te kunnen maken, heb je geen dure vormen nodig. 
Je kunt ze natuurlijk wel aanschaffen als je dat zou willen. Zelf gebruik ik oude conserven blikken, die in elk huishouden wel voorhanden zijn. 
Zo kun je kaarsen maken van verschillende hoogten en dikten. Natuurlijk kun je ook andere vormen gebruiken, daar kun je later mee experimenteren. 
Verder heb je twee houten klosjes nodig die natuurlijk boven je vorm uit moeten steken, zodat deze er onder past.
 Nu heb je nog een plankje nodig, met in het midden een gaatje. 
Dit plankje leg je op de twee klosjes. Vervolgens steek je een metalen saté pen door het gaatje. Dit vormt later het gaatje voor de lont. 
Zet nu weer een pan met ¾ water op en breng deze weer aan de kook. Plaats hier op de grote steelpan met schoon kaarsvet"of bijenwas" . 
Wacht nu tot het kaarsvet "of bijenwas" geheel is gesmolten. Plaats nu het blik op een bakplaat en giet het voorzichtig vol met kaarsvet"of bijenwas" .
 Zet nu de klosjes er omheen en leg het plankje met het gaatje er bovenop. Steek nu de saté pen door het gaatje en plaats hem in het midden van het blik. 
Nu moet je wachten tot alles is afgekoeld. Als je geur kaarsen wilt maken moet je na het gieten van het kaarsvet er geur olie aan toevoegen. 
 


Noot Theo: bij bijenwaskaarsen zou ik dit niet doen die ruiken van zichzelf al lekker.
 
Door hier kruidnagel olie voor te gebruiken, kun je meteen insecten verdrijven. Vooral wespen hebben een hekel aan die geur.         
Hoe je dat kunt maken kun je zien door op onderstaande link te klikken.
 
 http://robertstuinwereld.blogspot.com/2009/02/etherische-olie-zelf-maken.html 
 
Hoe krijg ik mijn kaars uit de vorm?

Nu je de kaars in het blik gegoten hebt, moet je hem goed laten afkoelen. Het beste is om hem pas de volgende dag uit de vorm te halen. 
Doe je dit te vroeg, dan kan het zijn dat je kaars mislukt. Het binnenste gedeelte van de kaars kan dan nog te zacht zijn, waardoor hij breekt. 
Om nu de kaars uit de vorm te krijgen, moet je de buitenkant van het blik verwarmen. Dit kun je op twee manieren doen. 
Trek eerst de pen voor de lont uit de kaars. Verwijder nu de klosjes en het plankje.
 Steek daarna het pennetje weer in het gat voor de lont, zodat het niet volloopt met kaarsvet bij het verwarmen. Nu draai je het blik schuin boven de gas vlam rond. 
Op deze manier komt de kaars los van de binnenkant van het blik. Als je hem dan op zijn kop zet valt de kaars er uit. D
raag hierbij wel handschoenen daar het blik gloeiend heet wordt. Keer het blik om op een bakplaat, omdat er nog al wat vloeibaar kaarsvet mee komt bij het omdraaien. 
Zelf gebruik ik een brander. Hierbij verwijder ik de pen en zet ik het blik op zijn kop op een bakplaat. 
Vervolgens verwarm ik het blik rondom van boven naar beneden met de brander. 
Als nu het kaarsvet onder uit het blik komt lopen, weet ik dat de kaars los is van de wand van het blik. 
Nu pak ik hem met handschoenen op en na een paar keer flink schudden, valt de kaars als een worst uit het blik. Hierna steek ik de lont door het gaatje. 
Het lontje heb ik voordien al geprepareerd. Dit heb ik gedaan door het lontje iets langer dan de vorm af te knippen. 
Aan het einde van het lontje heb ik twee knopen op elkaar gelegd. Zo kan hij niet uit het gaatje trekken. 
Hierna heb ik hem even door het gesmolten kaarsvet "of bijenwas" gehaald. 
Als je nu het lontje uitrekt en te drogen legt zo dat het hard word, kun je hem makkelijk door het gaatje in de kaars steken. 
 Probeer het maar eens en als je het leuk vind heb je er een leuke hobby bij. 
 

·
Hoe maken we boenwas. 
zie hiervoor: Recepten( boenwas)
 

Een grote vijand van de bijenwas is ongetwijfeld de wasmot.
 
Omschrijving.

In onze omgeving zijn er twee soorten wasmotten, de grote wasmot (Galleria Mellonella) en de kleine wasmot (Achroia grisella), 
die voor de bijenvolken een probleem kunnen zijn.
 De grote wasmot en kleine wasmot kunnen echter niet tegelijk in één kast leven, de larve van de grote wasmot eet die van de kleine wasmot op.

 
Terwijl de wasmot larven zich een baan door de raten heen vreten spinnen ze een cocon van zijdeachtig draad. 
Hierin kunnen uitlopende bijen (= bijen die hun geboortecel verlaten) vast komen te zitten. 
Ondanks dat wasmotten voornamelijk te vinden zijn in de voorraad van de imker, bijvoorbeeld bij opslag van ramen, 
kunnen zwakkere en kleine volken op de buitenste ramen last krijgen van wasmot. 
Ook wanneer een volk sterft, en de imker dit niet tijdig door heeft, heeft de wasmot vrijspel.
De grote en de kleine wasmot hebben een met elkaar overeenkomende levenscyclus. 
De volwassen vrouwelijke proberen (voornamelijk 's nachts) snel langs de wachtbijen te komen om op geschikte plekken in de kast eitjes te leggen. 
De kleine wasmot kan tot 600 eitjes leggen terwijl de grote wasmot tot 1800 eitjes legt. 
Afhankelijk van de temperatuur komen de eitjes 5 tot 30 dagen later uit. De larven vreten vervolgens de was, de honing en het stuifmeel in de ramen aan. 
De larven verdubbelen in de eerste tien dagen van gewicht .
De larven hebben de voorkeur voor oude raat waarin veel resten van de verpoppingen zitten. 
Als de larven klaar zijn om te gaan verpoppen spinnen ze een cocon aan de bovenkanten van het raam. 
Volwassen wasmotten veroorzaken geen directe schade meer omdat hun monddelen verschrompeld (geatrofieerd) zijn.
Wanneer ze uitkomen vliegen ze vroeg in de ochtend uit om te paren om, als het donker is, weer terug te keren om de volgende generatie te starten. 
Ze brengen afhankelijke van de klimaatomstandigheden (lees de temperatuur) circa 3 generaties per jaar voort. 
Omdat de wasmot ook naar een ander kast dan naar de geboortekast kan gaan is het een potentiële overbrenger van ziekten van de ene naar de andere kast.
 
 
Maatregelen.

Preventief:

    Was buiten het bijenvolk afgesloten bewaren
    Bodems regelmatig schoon maken
    Schoorsteenopslag: een toren van goed op elkaar passende bakken met zowel 
           ventilatie als vliegengaas van boven en onder.

Bestrijding: 
 
Door schokken en reizen gaan de larven lopen zodat ze door de bijen kunnen worden afgestoken.
Leg op iedere bak van een schoorsteenopslag een handvol verse walnotenbladeren en/of lavendelblaadjes. 
Op tijd verversen! Deze maatregel is niet altijd afdoende.
Bij de opslag van ramen ijsazijn of mierenzuur gebruiken. 
U voorkomt zo dat ze zich in de opgeslagen ramen vestigen. 
Meegenomen voordeel: met de toepassing van deze organische zuren dood je naast de wasmot ook de stuifmeelmijt, 
de sporen van Nosema, amoeben en de sporen van schimmels zoals die van kalkbroed.
Oorwormen en ook de boekenschorpioen ruimen de eitjes van de wasmot op. 
Dit helpt, maar is op zich geen afdoende bestrijding.
Temperaturen boven de 50 graden (40 minuten) doden alle stadia van de wasmot.
Ook koude kan de wasmotten doden. Bij -7 graden leven ze niet langer dan 5 uur terwijl ze bij -12 graden in 3 uur dood zijn.

Share by: